Santoña - San Miguel de Meruelo - Guëmes - Santander

13 oktober 2017 - Santander, Spanje

's Ochtends bij het geïmproviseerde ontbijt (zelf doopte ik een keihard stukje stokbrood in een mengsel van melk, oploskoffie en muesli, en sopte dat naar binnen) vertelde Katrin dat Bernard nog op bed lag. Hij voelde zich zwak en misselijk. Ze wilden een dag langer blijven. Later ben ik beneden, even verderop in de straat, in de panaderia koffie met haar gaan drinken.
Daarna liep ik langs de gevangenis Santoña uit. Meteen kreeg ik de eerste hobbel te nemen, een erg stijl en nauwelijks begaanbaar pad met puntige rotsblokken dat naar het achter het bergje gelegen strand moest leiden. Dat werd om negen uur flink zweten en hijgen en heel voorzichtig uitzoeken waar de volgende stap gezet kon worden. Ik kreeg even de gebeurtenis voor ogen die twee jaar geleden de inleiding was tot een langdurige thuiscamino van ongemak. Gelukkig is nu alles goed gegaan en na een half uur was de beproeving voorbij en kon ik op het bevrijdende strand m’n schoenen uittrekken. Over het zand en door het water ben ik naar Noja gelopen. Daar een tweede kop koffie genoten met een puntje tortilla.
Met George die even eerder uit Santoña was vertrokken, de losse afspraak gemaakt elkaar te treffen in de eerste de beste bar in Noja. Maar hij is op het strand verder doorgelopen terwijl ik eerder het strand verlaten heb om een middeleeuwse brug te zien.
Na wat wachten ben ik toch maar in een ruk doorgelopen naar de herberg in San Miguel de Meruelo. Daar zouden we elkaar weer treffen en als het beviel er overnachten. Mij beviel de herberg meteen. Ik was de eerste gast en er volgden er aan het eind van de middag nog drie waaronder George.
George is twee weken geleden op een driemaands visum uit British Columbia Canada gekomen om de camino del Norte te lopen. Daarna is hij hospitalero in een herberg aan de camino Francés, de weg die hij vorig jaar gelopen heeft. Vanaf januari is hij dan voor de rest van winter, als de beren slapen, parkwacht in de Rocky Mountains.
Vanmorgen in de ochtendnevel met George vanaf de herberg naar het dorp Guëmes gelopen voor een kop koffie. Tot onze teleurstelling was de bar gesloten. We hadden weinig hoop dat de zaak open zou gaan. Vooral omdat het deze 12de oktober een nationale feestdag is: Columbus-dag. De dag dat Columbus Amerika ontdekte. (Over de verstrekkende gevolgen daarvan, tussen toen en nu, heb ik zo mijn eigen niet zo positieve gedachtes).
We zijn toch buiten op het terras gaan zitten en tot onze verbazing hoorden we na tien minuten om precies tien uur dat de sleutel in het slot van de deur werd omgedraaid. 'This must be Jacobus', riep ik enthousiast. 'This must be James', riep George uitgelaten. Of het nu deze twee uitbaters van de camino waren of de uitbater van de bar, dat deed er even niet toe. We zijn naar binnen gestapt en dronken de lekkerste versgezette koffie die er in heel Guëmes te krijgen was.
We zijn na een uur toch maar opgestapt om de resterende 4 kilometer naar de volgende herberg te lopen. De herberg die me in naam al 2 jaar geleden is vooruitgesneld: La Cabaña del Abuelo Peuto, of in het Nederlands: De hut van grootvader Peuto. Tegen twaalven werden we er hartelijk welkom geheten door twee Duitse vrijwilligsters, met erbij een glaasje water uit eigen bron. We kregen een slaapplek toegewezen in een van de vele dormitorios. Deze populaire herberg ligt op een uitgestrekt terrein met een mooi uitzicht op de omringende heuvels. Er is een grote ronde algemene verblijfszaal en een bezinningsruimte. Omdat we vroeg waren konden we om 1 uur met personeel en vrijwilligers aanschuiven bij de lunch. Ook Ernesto, de 80 jarige ‘founding father’ van de herberg, schoof aan en schudde ons de hand. Hij genoot zichtbaar van zijn internationaal gezelschap aan tafel. Tientallen jaren geleden kwam Ernesto, die priester is, op het idee om zijn geboortehuis om te bouwen tot een regionaal sociaal-cultureel centrum. Op een dag klopte er een pelgrim op weg naar Santiago bij hem aan voor onderdak. In de loop der jaren kwamen er steeds meer Santiagogangers bij hem langs, in het jaar 2016 meer dan tienduizend. Ook dit jaar zijn het er weer meer.
’s Avonds vertelde Ernesto het een en ander over de geschiedenis van zijn geboortehuis en over een deel van zijn levensloop als missionaris in Latijns-Amerika. Maar boven alles, zegt hij met nadruk, staat de dag dat de eerste pelgrim bij hem aanklopte. Die dag heeft hij uitgeroepen tot persoonlijke feestdag. Na zijn causerie was er een smakelijk diner en vanmorgen een gezamenlijk ontbijt.
George bleef een dag langer in deze herberg. Als de omstandigheden er naar vragen, kan dat door als tegenprestatie wat hand- en spandiensten te verrichten.
Ik ben na het ontbijt met Olivia en Dominique, die in mijn dormitorio sliepen, vertrokken naar Santander. We liepen een prachtige tocht langs de kust in een aangenaam frisse zeenevel.
Na een overtocht per veerpontje zijn we in Santander terecht gekomen in albergue de peregrinos Santos Martirés. Straks met de dames wat door het drukke centrum van deze stad dwalen en een hapje eten.
Morgen naar Boo de Piélagos.
Route en hoogteprofiel:

13b-santa-cruz-de-bezana-caborredondo-tren-boo-mogro-hoogteprofiel

Foto’s

1 Reactie

  1. Rob:
    15 oktober 2017
    Een schitterende locatie, en een mooi mens deze Ernesto. Gelukkig maar voor al deze duizenden pelgrims dat er ooit een pelgrim bij hem aanklopte. Een bewogen leven op zijn universiteit vh leven, dat hij er nog maar lang aan mag studeren.
    Het pad dat je na Santoña over dat bergje hebt gelopen, was absoluut zwaar maar was het niet alle moeite waard? Daar kun je later als je oud bent vast mooie verhalen over vertellen. ;-)