Pedrouzo > Santiago de Compostela
15 oktober 2019 - Santiago de Compostela, Spanje
Het regende dat het goot toen ik gistermorgen de herberg in Pedrouzo verliet. Regenjas aan, hoes om de rugzak, gammel parapluutje gekromd tegen het hoofd en zo snel mogelijk naar het dichtstbijzijnde cafetaria. Ik wist waar die te vinden was, niet ver van de pizzeria die ik de avond ervoor had bezocht.
Zou met het komende ochtendlicht de regen verdreven worden? Ach je bedenkt ‘ns wat tijdens het nuttigen van een tostado en het drinken van een kop koffie. Je kijkt eens mistroostig naar buiten naar de vele passerende pelgrims weggedoken in hun regenkleding en je bestelt nog een tweede kop, gaat eens naar het toilet, rommelt wat met de telefoon en bedenkt dat het in de voorgaande jaren tijdens de camino niet zoveel geregend heeft als gisteren, en ook vandaag op m’n aankomstdag in Santiago. Ik ben toch maar gewoon naar buiten gestapt om het over me heen te laten komen.
Toch heeft de zon af en toe gepoogd door te breken, maar het leken meer wanhoopspogingen.
Het was gisteren maar 19 km, maar het waren in m’n beleving hele lange kilometers. Er kwam geen end an. Ook nog langs het vliegveld en troosteloos industrieterrein gelopen. En op de Monte de Gozo langs een foeilelijk monument ter herinnering aan het bezoek als pelgrim aan Santiago van de Poolse paus JP2 in 1986. Zelfs de bomen rond het monument houden het niet vol en staan er ontbladerd bij.
Ook tijdens mijn aankomst in de stad regende het en daarbij stak er uit het niets ineens een regenstorm op alsof er een woedende geest door de straten voer. Ben snel een bar ingedoken voor een zumo (sinaasappelsap) en heb gewacht tot het buiten enigszins tot bedaren was gekomen. Een beschouwende wandeling, terugblikkend op dit stukje levensloop van de afgelopen jaren, dat is er gisteren niet van gekomen. Wel veel bespiegeling, maar meer in de plassen regenwater op m'n pad. Zit dan toch liever een uurtje aan te komen op een bankje in de zon luisterend naar de branding van de Asturische kust en kom het liefst aan tijdens de gezongen lauden en metten in de basiliek op de Colline Eternelle in Vezelay.
Toch brak in Santiago de zon voor mij door. Het laatste kwartier door het oudste gedeelte van de stad liep ik in de stralende zon.
En toen, na een smalle straat en door een oude poort, zag ik de ruimte, het grote plein voor de kathedraal.
En ik brak, schoot vol, tranen in m’n ogen. Zoveel wat jaren gesluimerd heeft komt op en neemt ruimte en neemt tijd.
En ik dacht dankbaar met een zucht: Ik ben er, ja ik ben hier nu.
Zoveel pelgrims ook alleen. Elkaar vragen een foto te maken op het plein voor de kathedraal.
Een aardige vrouw foldert voor haar pension. Maar 150 meter van de kathedraal af. Ik ben met haar meegegaan en heb een kamer in het leukste straatje in het oude centrum.
’s Avonds met Paul een biertje gedronken en verderop in een restaurant aan de paella met een goede fles wijn. Mooi en gezellig afscheidsetentje. Hij zou de volgende morgen naar Bologna vliegen en daarna met zijn vrouw met Italiaanse roots, terugvliegen naar Brisbane Australië. Om daar de lente te vieren en vooral ook om met genoegen terug te denken aan zijn camino del Norte vanaf St. Jean de Luz.
Vanmorgen stond ik om kwart voor acht in de rij bij het camino-buro voor het afhalen van de compostela. Hoewel ik 75 wachtenden voor me had was ik vrij vlot aan de beurt. Op vertoon van m’n in de credencials verzamelde stempels kreeg ik de compostela uitgereikt. En als je erom vraagt de afstandscompostela. De mijne vermeldt de 2500 km die ik te voet en in de tijd heb afgelegd van St. Jacobiparochie Friesland naar Santiago de Compostela.
Hoewel de kathedraal inwendig gerestaureerd wordt, is toch een bezoek aan de apostel Jacobus mogelijk. Na aankomst gisteren heb ik vanmiddag de apostel, die in beeld boven het hoogaltaar van de kathedraal zetelt, een schouderklopje gegeven. Ik vond dat wel genoeg zo. Een abrazo leek me overdreven. Daarna een bezoek gebracht aan de crypte waar het vermeende stoffelijke overschot van de apostel in een schitterende zilveren kist wordt bewaard.
Santiago is een drukke stad. Veel pelgrims, nog meer toeristen.
Morgen begint mijn tocht naar Cap Finisterre. De 100 km naar het einde van de wereld. Althans het middeleeuwse einde van de toen bekende wereld.
Dat moment van volschieten is een vd mooiste herinneringen aan de camino die je maar kan hebben. Wellicht nog meer waard dan alle compastela's die je ooit nog bij elkaar loopt.
Ik feliciteer je oprecht met deze stap op je weg, het pelgrimspad naar SdC en het pelgrimspad dat het leven is.
Ik had er graag bijgestaan, maar ik herken zo veel vd emotie en vd locatie dat ik me bijna naast je voel staan.
Nu nog een kleine bonus op je pad aan je pelgrimspad vlechten, en dan..........
Wat is de volgende stap op het pelgrimspad vh leven, stil zitten en over je avonturen verhalen?
Nee, ik ken je niet als een stilzitter, wel als een verhalen verteller.
Ik wens je nog vele pelgrims-stapvoeten toe en wens daar graag getuige van te zijn,
In den lijve of virtueel.
Bueno camino, Peregrino Bert.
Rob
Wat een apotheose, het eind van die route door jou gekozen.
Je gaf Jacobus een schouderklop,
maar jij groeit hier uit tot de ware Jacob.
Na al die ontberingen met uiteenlopende verteringen
liep jij dan binnen, je wilde de strijd toch heel graag winnen.
Het volschieten was ook ontwapenend
onbeschrijflijk toch als je er bent.
Nu met voortschrijdend inzicht naar Finisterre
voordat je het beseft ben je er, Ber
En nu gewoon nog extra kilometers.
Wij zijn benieuwd waar daarna je volgende tocht heengaat!