Van Baye naar Sezanne

13 juli 2015 - Sézanne, Frankrijk

Dag 28, maandag 13 juli, Baye - Soizy-aux-Bois - Chapton - Lachy - Sezanne, 22 km.

De Foyer de Charité is gevestigd in het vroegere kasteel van Baye. Het is een gemeenschap van leken, vrouwen en mannen, die naar het voorbeeld van de eerste christenen hun materiële en geestelijke verworvenheden gemeenschappelijk maken, delen. De Foyer ontvangt ook pelgrims.
Ik werd vriendelijk ontvangen. Een dag eerder had ik mijn komst al aangekondigd. Na m'n schoenen te hebben uitgedaan werd ik in dit enorme kasteel gewezen op de plekken die voor mij van belang waren, de eetzaal, m'n kamertje voor de komende nacht, de douche en het toilet op de gang en natuurlijk de plek waar het leven in deze gemeenschap om draait: de grote en de kleine kapel. De tijd waarop ik was aangekomen was uitstekend vond men. Ik kon na me op m'n kamertje te hebben geïnstalleerd, mooi om half zeven aanwezig zijn bij het avondgebed in de kapel. Ik kreeg te horen dat er nog twee andere Nederlandse pelgrims zouden komen. Het avondgebed draaide vooral om het bidden van de rozenkrans. Een katholiek gebruik om aan een kettinkje met kralen en een kruisje een ronde te maken door het bidden van vijf maal tien weesgegroeten afgewisseld met een onzevader. Ik merkte dat het rozenkransgebed in de loop der jaren flink is uitgebreid. Er werden nogal wat voor mij onbekende tussengebeden gedaan. Het is volgens m'n berekening precies 50 jaar geleden dat ik voor het laatst bij een rozenkransgebed aanwezig ben geweest. Een merkwaardig jubileum. Ik weet het, alles komt een keer terug. Mooi om te ervaren dat ook hier na de rozenkrans en een aantal liederen met gitaarbegeleiding ruimte is voor stilte. Een gezamenlijk gedragen stilte, ik kan me er helemaal in vinden.
Na het avondgebed meteen naar de eetzaal. Daar waren ook de aangekondigde twee Nederlandse pelgrims. We maakten kennis met elkaar. Theo en Leobard zijn precies een week onderweg. Zijn hun tocht begonnen in Rocroi. Vorig jaar liepen ze van Amsterdam naar Rocroi. Ze doen de hele camino naar Santiago in vier jaar. Lopen dit jaar tot midden Frankrijk en volgend jaar naar het zuidwesten. We raken meteen in een geanimeerd gesprek, raken niet uitgepraat.
Ik merk dat de flow er is en ze willen net als ik morgen naar Sezanne. Het duurt niet lang overeen te komen te gaan voor een gezamenlijke wandeling, daar kunnen we ons alledrie in vinden.
Het wordt in de Foyer op prijs gesteld de eucharistie bij te wonen. Om acht uur 's morgens zit ik voor de tweede keer binnen twaalf uur in de kapel. De priester van de gemeenschap kondigt voor de eucharistie aan dat het vandaag de kerkelijke feestdag van Saint Henri is. Moest denken aan m'n vader, grootvader, broer en oom. Allevier vernoemd naar deze Henri of in het Nederlands Hendricus. Na afloop van de dienst is er voor ons, we worden met onze voornamen genoemd, weer een heenzending. Weer heb ik de zegen. Zo langzamerhand begin ik, als ik het al niet was, een gezegend mens te zijn op de camino.
Nog nooit heb ik met zeker twintig mensen aan een lange tafel aan het ontbijt gezeten. Het is best gezellig zo met elkaar. Veel belangstelling over en weer. Je ziet en voelt dat het hier een hechte gemeenschap is.
Na het afscheid gaan Theo, Leobard en ik op weg. We hebben het zo druk met elkaar dat we vergeten even bij de bakker langs te gaan. OK die bakker komt onderweg wel. Nou die bakker, zoals eigenlijk wel te verwachten was, komt dus niet. Gelukkig had ik nog wat oud stokbrood van eergisteren onder in m'n rugzak, samen met door de warmte samengesmolten plakken kaas en nog wat pinda's. Dat ging in een korte pauze helemaal op. Wie echte trek heeft, lust alles.
In het volgende dorp Lachy gaan we op zoek naar koffie. Helaas in het dorp geen koffie. Moedeloos en moe zitten Theo en ik op een bankje in het centrum van het dorp. Leobard is een straat ingedoken om te zien of er toch nog ergens wat te krijgen is, je weet maar nooit.
Er komt een kleine vrouw, met een Aziatisch uiterlijk op ons aflopen. Ze heeft een grote anderhalveliterfles frisdrank bij zich. Ze biedt mij de fles aan en zegt: "c'est pour vous". Verbaasd en vragend kijk ik haar aan: "C'est pour moi?" Nog voor ik de waaromvraag kan stellen heeft ze me de fles in handen gegeven en geeft ze me daarbij een klein boekje, ik lees: Evangile selon Jean. Het evangelie volgens Johannes. Daar zit ik ineens met een anderhalveliterfles en een evangelie. Ik bedank haar. Theo zit verbaasd naar dit schouwspel te kijken. Toch stel ik haar in m'n beste Frans de waaromvraag: "mais pourquoi vous me donnez le boisson et l'evangile? Ze zegt bijna verontschuldigend dat het de Heilige Geest is. C'est Le Saint Esprit. Ik val stil. Bedank haar nogmaals. En dan vanuit het niets stel ik haar een vraag in het Frans en door die vraag heen hoor ik het m'n vader vragen met zijn kenmerkende onbevangenheid en speciale stembuiging: "heeft u misschien een kopje koffie voor ons, we willen graag koffie drinken maar hier in het dorp is niets te krijgen". Het flitst door me heen, vanmorgen, de feestdag van Hendricus, de naam van m'n vader.
Alsof ze op deze vraag had gewacht. We werden bij haar thuis uitgenodigd voor koffie. Ze stapte in haar auto. Ze reed langzaam en wij volgden. Bij een groot huis twee straten verderop werd de poort opengezet en de auto naar binnen gereden. Even later zaten we aan tafel in de woonkeuken. We stellen ons voor. Zij heet Tabitha. Ze wil voor ons koken. We stribbelen tegen, we komen voor koffie. Maar ze zegt nogmaals dat het de Heilige Geest is die zegt dat ze dit voor ons moet doen. We geven ons gewonnen, we gaan mee.
Eerst brengt ze koffie, daarna veel water en fris met crushed-ice. Ze maakt soep, kookt rijst, maakt salade, opent een weckfles met zelfgemaakte ratatouille van groenten uit eigen tuin. We weten niet wat ons overkomt. Tabitha je bent een engel zeggen we. Ze schudt haar hoofd en glimlacht. Als je wilt kun je gaan zwemmen in het zwembad zegt ze. We vragen hoe oud ze is. Ik ben 75. We kijken elkaar verbaasd aan. We dachten dat je 50 was Tabitha. Tweeëneenhalf uur later staan we buiten na een overvloedige maaltijd en nemen afscheid na een rondleiding door haar enorme tuin vol groenten en fruit. Theo, Leobard en ik zijn het er over eens: Tabitha zal een engel op onze weg blijven we nemen haar mee in ons hart. En voorzover je het niet weet: Johannes van het evangelie is de broer van Jacobus.
We bereiken Sezanne, we zijn laat en hebben geen onderdak geregeld. Bij de supermarkt Leclerc worden we aangesproken door een jonge vrouw. Zo te zien een moslima. Ze vraagt of we onderdak zoeken. We kijken elkaar aan: we zoeken onderdak!! Ze belt naar waar ze werkt: de Foyer Francois de Sales, een bejaardenhuis gerund door de zusters van De Sales. We zijn welkom en kunnen er overnachten. Het kan niet waar zijn maar het is waar: uit ons niets een tweede engel op onze weg. Fuffu, want zo heet de jonge vrouw, is ons gevolgd omdat ze er zeker van was dat we onderdak zochten. Fuffu, lieve moslima, je zult een engel op onze weg blijven, we nemen je mee in ons hart.

Foto’s

2 Reacties

  1. Marianne:
    16 juli 2015
    Hallo Bert wat een fantastische tocht maak jij. Wat fijn dat jij ons hiervan op deze wijze deelgenoot laat zijn. Jij laat ons meewandelen en wij genieten ervan. Wat een ervaringen, wat een tocht en je doet het toch maar een lang gekoesterde wens uit te laten komen. Petje af. Lieve groetjes uit het voor jou nu verre Nijmegen.
  2. Nishi:
    17 juli 2015
    Hoi lieverd Bert
    Heb net zitten smullen van je reisverhalen. Stuk aan Nel voorgelezen.
    Alles zo herkenbaar in al zijn een voud en overvloed!
    Dank voor alle kaarsjes en goede gedachtes. Het heeft zeker mede geholpen, uitslag van lab was goed. Wens je nog veel meer van al het mooie en goede dat er altijd maar dan ook altijd is! Liefs Nishi en Nel